WNT en bezoldiging RvC/RvT

Home > Kennisbank WNT > Beloningsbeleid en WNT > WNT en bezoldiging RvC/RvT

WNT-maxima voor interne toezichthouders 10% en 15%

Voor de leden van de RvT/RvC van WNT-instellingen geldt een bezoldigingsmaximum van 10% van het bezoldigingsmaximum van de organisatie. Voor de voorzitters van RvT/RvC is dit 15%. 

Als er geen sectorregeling van toepassing is, dan komt het bezoldigingsmaximum voor een RvT/RvC-lid uit op 10% van € 233.000 = € 23.300 (2024).  Btw is sinds 7 mei 2021 niet meer van toepassing. 

Dit bezoldigingsmaximum geldt ook voor niet-uitvoerende (toezichthoudende) bestuursfuncties.

Het maximum bedrag is op jaarbasis. Het bedrag wordt naar rato verlaagd als de functie niet gedurende het gehele jaar is vervuld. Er is verder geen deeltijdfactor van toepassing. 

De meeste sectoren hanteren lagere maxima

De verenigingen van toezichthouders in de grootste sectoren in de semipublieke sector hebben naar aanleiding van de verhoging in 2015 eigen beleid vastgesteld.

In de oorspronkelijke WNT (2013) waren maxima van 5% en 7,5% opgenomen. Voortschrijdend inzicht bij de wetgever in de werkelijke tijdsbesteding van interne toezichthouders heeft geleid tot de verhoging naar 10% en 15% die in 2015 is doorgevoerd. 

In de zorgsector geldt een adviesregeling van de vereniging van toezichthouders(NVTZ). Het advies honorering RvT gaat uit van een bezoldiging die niet hoger is dan dan 8% van het voor de instelling toepasselijke maximum voor een RvT-lid en 12% voor een voorzitter. 

De vereniging van toezichthouders in onderwijs en kinderopvang (VTOI) hanteert voor de onderwijssector een maximum van 7,6% voor een lid en 11,4% voor de voorzitter. De honorering mede te onderbouwen op basis van tijdsbesteding. De adviesregelingen voor onderwijs en kinderopvang zijn hier te vinden.
Uit jurisprudentie blijkt ook dat naast de WNT de adviesregeling zorgvuldig moet worden toegepast. In de betreffende uitspraak heeft de rechter een verhoging van de bezoldiging teruggedraaid.

In de woningcorporatiesector (VTW) geldt een beroepsregel (advies):
Voor een RvC lid wordt uitgegaan van maximaal 8% van het voor de woningcorporatie toepasselijke maximum en voor een RvC-voorzitter maximaal 12%. Een hogere bezoldiging  is toegestaan, mits binnen de grenzen van de WNT (10%/15%) en gemotiveerd in het RvC-verslag (pas toe / leg uit). De totale bezoldiging van de gehele RvC mag nooit hoger zijn dan 52% van het bezoldigingsmaximum van de corporatie. 

Ontslagvergoedingen zijn niet verboden, maar wel ongebruikelijk

Ook voor toezichthouders geldt het in de wet (WNT artikel 2.10) vastgelegde wettelijk maximum voor een ontslagvergoeding, het honorarium over de voorafgaande 12 maanden met een maximum van 10 (of 15% ) van € 75.000. 

Het toekennen van ontslagvergoedingen aan interne toezichthouders is in de praktijk zeer ongebruikelijk. 

Aandachtspunten bij de bezoldiging van toezichthouders

Bij het berekenen van de bezoldiging gelden dezelfde regels als voor andere topfunctionarissen, zie Wat is (geen) bezoldiging. Om de uitvoering eenvoudig te houden is het aan te bevelen om belastbare kostenvergoedingen, zoals een kilometervergoeding boven € 0,23  (2024) te vermijden en de premie voor de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering onder te brengen in de werkkostenregeling. 

Wel of niet op de loonlijst maakt geen verschil voor de WNT

Vanaf 1 januari 2017 hebben RvT/RvC-leden de keuze om te worden uitbetaald via de loonlijst van de organisatie (opting-in). 

Zie voor de fiscale aspecten Het RvC/RvT-lid en de fiscus