Interim-topfunctionarissen

Home > Kennisbank WNT > WNT in hoofdlijnen > Interim-topfunctionarissen

Hogere WNT-normering voor interim-topfunctionarissen 

Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking (niet in loondienst) is voor de eerste 12 kalendermaanden een hoger bezoldigingsmaximum van toepassing. 

De bezoldiging voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking is gemaximeerd op € 30.800 (2024) per maand voor de eerste 6 kalendermaanden + € 23.400 per maand voor de 7e t/m de 12e kalendermaand. Voor een interim-opdracht van een jaar is de maximum bezoldiging € 325.200, 40% hoger dan het algemene bezoldigingsmaximum. Daarnaast is het uurtarief gemaximeerd op € 221 (€ 1.768 per dag bij een werkdag van 8 uur). 

Let op: De eerste kalendermaand begint op de eerste van de maand waarin wordt gestart met de functie, ook als het dienstverband pas in de loop van de maand  begint. 

De bedragen en uren mogen vrij worden verdeeld over de maanden, het normbedrag voor de gehele opdracht mag niet worden overschreden. 

Vanaf de 13e kalendermaand geldt het voor de instelling toepasselijke bezoldigingsmaximum. Vanaf dat moment zal ook de deeltijdfactor voor de interim-functionaris moeten worden vastgesteld, die bepalend is voor het Individueel WNT-maximum.

De bezoldiging over de eerste twaalf kalendermaanden wordt afzonderlijk gerapporteerd in de WNT-verantwoording.

In  het  Verantwoordingsmodel is een voorbeeld voor deze rapportage opgenomen. Daarbij is ook een rekentool gepubliceerd voor het opstellen van de WNT-verantwoording voor deze functionarissen. 

De genoemde WNT-maxima gelden voor 2024. Zie voor eerdere jaren het samenvattend overzicht van topinkomens.nl.

De regeling geldt ook voor andere ingehuurde topfunctionarissen 

De regelgeving kan worden toegepast voor alle leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking, dus ook voor het inhuren van topfunctionarissen binnen een groep.

Definitie bezoldiging topfunctionaris zonder dienstbetrekking 

De bezoldiging wordt berekend inclusief de kosten die in rekening worden gebracht voor werving, selectie, begeleiding en bureaukosten, maar exclusief btw. Zie hier voor een nadere toelichting. 

Verschillen in de bezoldiging met en zonder dienstbetrekking

In de praktijk kunnen er aanzienlijke verschillen zijn tussen de bezoldiging met en zonder dienstbetrekking, Bij een functionaris zonder dienstbetrekking worden alle in rekening gebrachte kosten tot de bezoldiging gerekend. Gaat het om een functie in een dienstbetrekking dan worden de volgende loonkosten in ieder geval niet meegeteld: 

Mogelijke gevolgen van de invoering van de Wet DBA

De Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) stelde vanaf 1 mei 2016 zwaardere eisen aan de beoordeling van de arbeidsrelatie door de opdrachtgever. Vanwege de grote kritiek vanuit de praktijk hebben de verantwoordelijke ministers de handhaving uitgesteld, in afwachting van een werkbare aanpak. De invoeringsdatum is steeds verder doorgeschoven.  

Actuele informatie op de site van de Belastingdienst (eind 2023)

Het demissionaire kabinet is van plan om de balans te herstellen en regels rondom het werken als zelfstandige en met zelfstandigen toekomstbestendiger te maken. Om dit te bereiken, zet het kabinet in op een gelijker speelveld tussen contractvormen, meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer dan wel als zelfstandige én verbetering van handhaving op schijnzelfstandigheid.

In dat kader is de Belastingdienst bezig met het ontwikkelen van middelen om de handhaving te versterken en verbeteren. Daarnaast heeft het demissionaire kabinet de ambitie om vanaf 2025 het zogeheten ‘handhavingsmoratorium’ op te heffen. In 2024 bereidt de Belastingdienst, in samenwerking met de markt, zich hier op voor. Vanaf 1 januari 2026 moet de handhaving op het onderwerp weer vorm krijgen binnen de reguliere handhavingsplannen van de Belastingdienst.

Als nieuwe wetgeving tot gevolg heeft dat er sprake is van een dienstbetrekking voor de Loonbelasting dan zal de opdrachtgever loonheffing moeten inhouden. Dit kan dan echter ook ingrijpende gevolgen hebben voor de beloning omdat de WNT-regeling voor interim-topfunctionarissen uitsluitend mag worden toegepast voor topfunctionarissen die niet op de loonlijst staan. Zo lang er nog geen duidelijkheid is over de toepassing van de criteria zal de Belastingdienst de Wet DBA niet handhaven, tenzij er sprake is van ''kwaadwillenden’’. Het naheffingsrisico voor de opdrachtgever is daarmee voorlopig beperkt tot situaties van opzet of fraude. Zodra duidelijk is welke veranderingen worden doorgevoerd in de beoordelingscriteria zullen bestaande interim-overeenkomsten opnieuw moeten worden getoetst.